Het uitgangspunt van Swedenborgs correspondentietheorie is dat het heelal en de natuur theaters zijn die het Koninkrijk van God uitbeelden. In de oudste tijden was de mens in staat de waarheden en de wijsheid van God in de verschillende verschijningsvormen van de natuur te zien. De Schepping en de natuur functioneerden als het woord van God. De natuur was een theater waarbinnen elk voorwerp of wezen voor de mens facetten van God uitbeelden.
De fenomenen van de natuurlijke wereld die met de zintuigen werden waargenomen beelden gelijktijdig voor het geestelijke bewustzijn de zaken van de Hemel uit. Op deze manier was er een communicatie vanuit de lichamelijke zintuigen met de Hemel en God. Nadat het vermogen om de natuurlijke wereld gelijktijdig met het natuurlijke bewustzijn en geestelijke bewustzijn te interpreteren verloren was gegaan, is de hele openbaring vastgelegd in het Woord. De beschrijvingen in het Woord waren gebaseerd op menselijke woorden en concepten. Het doel van het geschreven woord is om op een nieuwe manier een theater te bieden op het functioneren van het Koninkrijk Gods. Het geschreven woord is ter compensatie van het onvermogen om de zaken van de Hemel en God in de natuur te kunnen zien.
De wetenschap der overeenstemmingen of wat hetzelfde is de correspondentietheorie is de wetenschap die over de geestelijke betekenis van natuurlijke verschijningen gaat. De overblijfselen van deze wetenschap zijn nog te vinden in mythologieën, oude fabels en verhalen. Onderzoek op basis van deze wetenschap van plaatsen en fenomenen beschreven in het Woord openen de geestelijke betekenis en bewustzijn van de grote verscheidenheid aan zaken die in het Woord beschreven worden. Het is in de moderne tijd mogelijk en noodzakelijk dat deze hersteld wordt.